Dit zijn feiten

Vanaf het spreekgestoelte sprak hij tot het grote publiek van zelfstandigen, vertegenwoordigers van bedrijven en iedereen die in de branche van de verkoop en distributie werkzaam is.

“De kunst om iets verkocht te krijgen berust op de juiste marketing, het geeft niet waarover het gaat.”

“Natuurlijk spreken we dan over marketing en iedereen weet hoe dat gaat… marketing berust voor 80 % op leugens.” 

Algemeen applaus. 

“Het is inmiddels een publiek geheim dat 80 % van alle slogans van publiciteitscampagnes en eigenschappen en mogelijkheden die in de reclame worden uitgespeeld, niet waar zijn. Maar de kunst bestaat erin de potentiële kopers/gebruikers nieuwsgierig te maken, hen te prikkelen, het voor te stellen als nieuwe mogelijkheden… zodat zij gaan twijfelen. “Misschien is het toch waar”… Maar dat is te mooi. Het kan niet waar zijn.  Neem nu bijvoorbeeld die koffie met dat laagje schuim. Die is niet bèter, maar slechter. Hij kost alleen méér. Het is in wezen slechte koffie, chemisch gestabiliseerd en voorzien van bijproducten om die schuimkraag er langer op vast te houden.

En dan stellen we voor hoe uniék dit allemaal is. En we stellen het voor dat mensen eigenlijk achter lopen als ze in deze trend niet meelopen. En dat wil niemand over zichzelf gezegd hebben.

Er wordt hard gewerkt in de marketing. Eerst moeten we vrees creëren. Daarna moeten we langzaamaan laten doorsijpelen dat er al een antwoord bestaat dat deze vrees kan wegnemen.” 

“Neem nu het risico op een hartaanval. Iedereen kan een hartaanval krijgen, is het niet ? En we willen precies een apparaatje op de markt brengen dat mensen moeten bij zich dragen – voor het geval het gebeurt. Daarom moeten we de angst voor hartaanval versterken, zodat niemand nog zonder dat apparaat zal willen leven.”

Dan vraag ik me af, wat doen de appels en peren om zichzelf te verkopen? Ach, die trekken zich niets aan van dat domme mensenwerk, maar ze krijgen er een lichte blos van – van schaamte, omdat het té schandalig is hoe alles wat niet deugt de hemel wordt ingeprezen, terwijl de goeie dingen – dingen die al eeuwig en drie dagen goed waren en blijven, op de achtergrond raken. 

Je zou allergisch moeten worden aan reclame, via welke bron ze ook op je afkomt, zelfs als iemand dat zo sympathiek via sociale media deelt of liked. Hoe kan je anders aan die vreselijke dans ontkomen, dat gruwelijk spel, dat wereldwijd wordt gespeeld en waar alle soorten ‘zaken’ elkaar de handen reiken. 

Dr Brüker schreef het al jaren geleden… “Koop nooit iets waarvoor reclame wordt gemaakt”… want goeie zaken hoeven geen reclame. 

De explosie van het aantal prachtig uitgegeven “gezondheids-” en “voedings” magazines zo’n 25-30 jaar geleden was fenomenaal en zal waarschijnlijk niemand ontgaan zijn. Even gigantisch zijn de oplagen waarop dergelijke bladen werden gedrukt. Hun gezamelijk aantal voor het Nederlandstalig taalgebied werd geschat op ongeveer drie miljoen exemplaren die door gezinnen maandelijks, 2-3 maandelijks worden ontvangen. Veel van die tijdschriften worden uitgegeven als body-, life- of wellnessbladen. In de veelheid van al die week- en maandbladen, moet de uitgave van een blad als Natuur & Gezondheid wel overbodig lijken. 

Je zou kunnen vermoeden dat al die mensen die zich abonneren op een of meerdere van deze tijdschriften, effectief zoveel verder staan op het vlak van gezondheidszorg en bijzonder geëngageerd zijn als het gaat om voeding en levenswijze. Maar als zo een grote groep lezers effectief de hand aan de ploeg slaat om hun verantwoordelijkheid te nemen, moet dat af te leiden zijn uit de statistieken over de gezondheid, het verminderde ziekenhuisbezoek, aan de verkoopscijfers van voedingsproducten die een verschuiving moeten kunnen aantonen van wat gemiddeld wordt gegeten. Jammer genoeg blijkt dat niet duidelijk uit de verkoopscijfers, noch uit het beroep dat men doet op medische diensten. 

Het volstaat  om de thema’s die deze tijdschriften bespreken, te overlopen en je ontdekt al snel wat er precies aan de hand is.  Wat is de informatie die het publiek bereikt ? Door wie wordt deze informatie geleid of bijeengesprokkeld ? Welke kansen zijn er om via deze bladen effectief sturend te zijn op het gedrag van de massa ?  Het zijn goede vragen, die tegelijk ook verklaren waarom een tijdschrift als NatuurStemmingen nauwelijks kon onderhouden worden met een paar honderd abonnees. Als de boodschap die we brachten in voldoende mate ook door de rest van de gezondheidspers zou worden gevolgd, is er geen reden tot treuren. Het spijtige is dat, ondanks de miljoenen die bereikt worden via deze uitgaven, onze kennis op het vlak van zelfzorg en eigen verantwoordelijkheid die daaruit voorkomt slechts miniem omhoog gaat.  Veel magazines handelen vooral in conventionele misvattingen, foutieve informatie, en het herhalen van fouten en vertalen de belangen van hun adverteerders.