Voeding – sleutel bij artritis

In één van zijn boeken schrijft Dr. McDougall, hoe een tandarts hem volgende brief had geschreven: “In april 1994 ontmoette ik u kort op de jaarlijkse bijeenkomst van de Michigan Dental Association. Tijdens dit seminar vroeg ik u naar mijn 4-jarige zoon met juveniele reumatoïde artritis. Bryan slikte dagelijks 35 mg prednison (een krachtige steroïde) en 1200 mg Advil. Hij had zoveel pijn dat hij dag en nacht schreeuwde en huilde. In een jaar tijd verloor hij gewicht en groeide hij geen centimeter. Zijn bloedonderzoek weerspiegelde een sed-snelheid van meer dan 40 (dit is een maat voor de ernst van de ontsteking en zou onder de 5 moeten zijn). De suggesties die u me die dag gaf, brachten me ertoe om alle dierlijke producten uit zijn dieet te schrappen, evenals geraffineerde koolhydraten. Binnen zes maanden was Bryan van al zijn medicatie af. Hij had geen pijn meer, nam toe in gewicht en groeide weer. Zijn laatste bloedonderzoek was fantastisch met een sed-rate van 1 – kun je het geloven! “

Dat is hoe erg het kan worden. Maar voor miljoenen is artritis veel subtieler. Marvin Burk , de man van een personeelslid van het McDougall Health Center kon nog nauwelijks uit zijn stoel komen. Daarna liep hij met gebogen benen tot halverwege de kamer, tot hij voldoende los kon komen om zijn gewrichten in beweging te krijgen. Zijn handen waren zo stijf dat hij zijn gereedschap niet kon gebruiken en hij liet vaak dingen uit zijn handen vallen. Hij kon er niet mee leven dat een man op zijn 65e zo kreupel moest zijn, en besloot dat hij er alles aan zou doen om beter te worden. Hij veranderde zijn voedingswijze 8 jaar geleden met onmiddellijke en dramatische resultaten. Nu springt hij uit de stoel, loopt zonder stijfheid of pijn en kan probleemloos met zijn gereedschap omgaan. Velen van ons kunnen zich spiegelen tot Marvins problemen.

De meest voorkomende aandoening van mensen

Ziekten van de spieren en botten behoren tot de meest voorkomende van alle menselijke aandoeningen, die alle leeftijden treffen, maar met de jaren steeds vaker voorkomen. Uit overheidsonderzoeken blijkt dat ongeveer 33% van alle volwassenen momenteel op een of andere manier last heeft van artritis met symptomen van zwelling, bewegingsbeperking of pijn. Ongeveer de helft van alle mensen ouder dan 65 jaar meldt artritis te hebben. De meest getroffen lichaamsdelen zijn de nek, onderrug, heup en schouder.

Artritis betekent een ontsteking van een gewricht – niet meer, niet minder. Het feit dat iemand artritis heeft, zegt niets over de oorzaak of de genezing. Gewrichten kunnen ontstoken raken als gevolg van een blessure, zoals door struikelen en verzwikken van een enkel. Dat heet traumatische artritis. Gewrichten kunnen worden geïnfecteerd met bacteriën, wat leidt tot etterende artritis. Urinezuurkristallen kunnen zich ophopen in de gewrichten en jichtartritis veroorzaken.

De oorzaken van deze drie vormen van artritis zijn bekend en zodra de oorzaken zijn gestopt, genezen de gewrichten. Helaas wordt door artsen gezegd dat de meeste vormen van artritis “geen bekende oorzaak” hebben. En of ze het zullen toegeven of niet, er is ook geen genezing te vinden in de moderne medicamenteuze therapie.

Degeneratief en inflammatoir

Artritis met “geen bekende oorzaak” kan worden onderverdeeld in twee categorieën: degeneratieve artritis en inflammatoire artritis. Degeneratieve artritis vertegenwoordigt meestal een aandoening die bekend staat als osteoartritis. Dit is de meest voorkomende artritis die wordt aangetroffen bij mensen die in westerse beschavingen leven – te zien op röntgenfoto’s van de handen van meer dan 70% van de mensen van 65 jaar en ouder. Deze zelfde ziekte is echter relatief zeldzaam in Afrikaanse en Aziatische landen, waar mensen lichamelijk werken om te overleven (Br J Rheumatol 24: 321, 1985). Hoe kan dat zijn? Artrose zou het gevolg zijn van slijtage van de gewrichten, dus waarom komt het minder vaak voor bij hard werkende mensen in dergelijke landen? Het verklaart ook niet waarom bij licht gebruik de handen van vrouwen vaak verwrongen en misvormd raken met de jaren.

De inflammatoire vormen van artritis omvatten juveniele reumatoïde artritis, reumatoïde artritis, artritis psoriatica, lupus en spondylitis ankylopoetica. Deze agressieve ziekten treffen minder dan 5% van de mensen die tegenwoordig in de VS en Europa wonen. Het classificeren van deze ontstekingsziekten onder verschillende namen, zoals reumatoïde of lupus, levert geen verdere voordelen op voor de patiënt, omdat het niet leidt tot een beter begrip van de oorzaak van de ontsteking of tot een succesvolle behandeling van de ziekte.

Mensen bij wie de diagnose degeneratieve artritis (osteoartritis) is gesteld, hebben naast de langdurige schade (degeneratie) ook een ontsteking in hun gewrichten. Deze ontsteking kan vaak worden gestopt door een verandering in het dieet en de zwelling, pijn en stijfheid worden verlicht. Wat bij beide vormen van artritis niet zal veranderen, is de permanente vernietiging die is achtergelaten door jarenlange ziekte, waardoor misvorming, stijfheid en pijn ontstaan. Om te begrijpen hoe de meeste mensen met artritis kunnen worden geholpen door gezonde voeding, zal ik me concentreren op de meer agressieve inflammatoire vormen van artritis.

Hoop voor mensen met artritis

Artritis is geen genetische ziekte, noch is het een onvermijdelijk onderdeel van het ouder worden. Er zijn oorzaken voor deze gewrichtsaandoeningen, en ze liggen in onze omgeving – en ons nauwste contact met onze omgeving is ons voedsel. Sommige onderzoekers geloven dat reumatoïde artritis vóór 1800 nergens ter wereld voorkwam (Arthritis Rheum 34: 248, 1991). Het is goed gedocumenteerd dat deze vormen van artritis ooit zeldzaam tot niet bestonden in plattelandsbevolking van Azië en Afrika (Chung Hua Nei Ko Tsa Chih 34:79, 1995; Arthritis Rheum 34: 248, 1991). Pas in 1957 kon in Afrika geen geval van reumatoïde artritis worden gevonden. Dat was een tijd dat mensen in Afrika diëten volgden op basis van granen en groenten.

Deze eens onbekende gewrichtsaandoeningen worden nu algemeen omdat mensen naar rijkere landen migreren of naar de grote steden in hun geboorteland verhuizen. Met deze veranderingen lieten ze hun traditionele dieet van granen en groenten voor vlees, zuivelproducten en sterk bewerkte voedingsmiddelen varen (J Rheumatol 19: 2, 1992; Ann Rheum Dis 49: 400, 1991). Bijvoorbeeld, hoewel onbekend in Afrika vóór 1960, leiden Afro-Amerikanen in de incidentie van lupus in de VS (J Am Med Women’s Assoc 1998; 53 (1): 9-12). De mechanismen waarmee een ongezonde voeding inflammatoire artritis veroorzaakt, zijn complex en slecht begrepen, maar betreffen onze darmen en ons immuunsysteem.

In een eerdere brief werd de rol van de darm in het verloop en de ontwikkeling van reumatoïde artritis geschetst. Maar één ding is zeker : het leidt ons naar onze voeding. De sleutel ligt bij wat en hoe we eten… Sinds 1982 hebben we bijna 500 sessies gegeven rond Reuma, Natuurlijk Genezen. De resultaten logen er niet om. Zij die het in de praktijk brachten, werden beloond naar de inspanningen die ze deden.

Lees Reuma – Natuurlijk Genezen : het boek of de werkmap en je zult begrijpen waarom reumatische aandoeningen zo welig voorkomen in westerse beschavingen, en vooral wat je ertegen kunt doen.

Reuma – Natuurlijk Genezen : gedrukt of digitaal (9 euro / + verzendkosten voor de gedrukte versie):

Zie ook de module R : Reuma, Verzuring, Ontzuring : een complete verzameling van documenten (artikels, boeken, schema’s en bronnen) die helpen begrijpen wat verzuring is, hoe dit chronische ziekten uitlokt en onderhoudt en hoe verzuring tegen te gaan.

Deze Module (digitaal) kost 30 euro / op rekening van Natur-El

Aanvragen

Eiwitten: is méér altijd beter?

De abonnees van Natuur&Gezondheid hebben in 2020 de combo ontvangen van vier nieuwe publicaties. Een daarvan spitte het eiwitvraagstuk redelijk diep uit. Nu signaleert één van onze lezers een studie die suggereert dat het verstandig is om de eiwitinname te verhogen na 65 jaar. Daar moeten toch ernstige bedenkingen bij gemaakt worden en laat mij toe om in deze brief enkele te verduidelijken. Bovendien vraag ik me af of de lezer die studie wel echt goed gelezen heeft ?

De studie die beweerde aan te tonen dat diëten met veel vlees, eieren en zuivelproducten net zo schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid als roken, suggereerde dat mensen onder de 65 die veel vlees, eieren en zuivel eten vier keer zoveel kans hebben om te overlijden aan kanker of diabetes. Maar als je naar het eigenlijke onderzoek kijkt, zul je zien dat dat gewoon niet waar is. Degenen die veel dierlijke eiwitten aten, hadden niet vier keer meer kans om aan diabetes te overlijden; ze hadden 73 keer het risico.

Hoe zit het met degenen die voor matiging kozen, degenen in de gematigde eiwitgroep, die 10 tot 19% van de calorieën uit eiwitten haalden? Ze hadden net ongeveer 23 keer meer kans op overlijden door diabetes, vergeleken met degenen die de aanbevolen hoeveelheid proteïne consumeren, wat neerkomt op ongeveer 6 tot 10% van de calorieën uit proteïne – ongeveer 50 gram per dag. Probeer dit eens te berekenen op basis van je gemiddelde voedingspatroon – ook als daar relatief weinig eiwitrijke voedingsmiddelen inzitten.

Dus de zogenaamde lage eiwitinname is eigenlijk de aanbevolen eiwitinname – geassocieerd met een grote vermindering van kanker en de algehele mortaliteit op middelbare leeftijd, onder de 65 jaar. Maar let op, het zegt niet hoe het zit bij oudere populaties. Als het gaat om sterfgevallen door diabetes, wordt een lagere totale eiwitinname geassocieerd met een langer leven op alle leeftijden. Maar voor kanker lijkt het – althans volgens de commentaren – rond de leeftijd van 65 te veranderen.

De resultaten lijken te suggereren dat een lage eiwitinname op middelbare leeftijd, gevolgd door een matige tot hoge eiwitconsumptie bij ouderen, de gezondheid en levensduur kan optimaliseren. Sommigen hebben gesuggereerd dat de standaard dagelijkse hoeveelheid proteïne, 0,8 gram dagelijkse proteïne voor elke gezonde kilogram lichaamsgewicht, voor de meesten misschien goed is, maar misschien hebben oudere mensen meer nodig.

Dit is het onderzoek waarop de ADH was gebaseerd, en hoewel er werd gesuggereerd dat ouderen een iets hogere behoefte zouden hebben, is er niet genoeg bewijs om andere aanbevelingen te doen. De definitieve studie werd in 2008 gepubliceerd en er werd geen verschil gevonden in de eiwitbehoefte tussen jong en oud. Dezelfde ADH zou voldoende moeten zijn voor ouderen.

Maar voldoende inname is niet noodzakelijk een optimale inname. De eiwitbehoefteonderzoeken gaan niet in op de mogelijkheid dat eiwitinname ruim boven de ADH gunstig zou kunnen zijn – zo suggereert een lid van het Whey Protein Panel en een adviseur van de National Cattlemen’s Beef Association.

Als je sedentaire personen ouder dan 65 volgt, verliezen ze elk jaar ongeveer 1% van hun spiermassa. Als je mensen dwingt om de hele dag dagen achter elkaar in bed te liggen, verliest iedereen spiermassa. Maar oudere volwassenen kunnen zes keer sneller spiermassa verliezen tijdens bedrust dan jonge mensen. Dus is daar het spreekwoord “Use it or Loose it”, m.a. w. gebruik je spieren (door beweging en inspannende taken) of je raakt je spieren kwijt – en dat geldt voor iedereen, maar ouderen lijken de spiermassa sneller te verliezen; dus ze kunnen beter hun spieren gebruiken.

Het goede nieuws is dat, in tegenstelling tot de 12-jarige Amerikaanse studie, een vergelijkbare studie in Japan heeft uitgewezen dat de leeftijdsgerelateerde afname van de spiermassa triviaal was. Waarom het verschil? Het blijkt dat de deelnemers waren geïnformeerd over de resultaten van hun spierkracht; en dus probeerden ze die vaak te verbeteren door te trainen voor het volgende onderzoek, om uit te blinken in de studie – vooral de mannen, die zo competitief werden, dat hun spiermassa toenam met de leeftijd, wat aantoont dat het verlies van spiermassa met de leeftijd niet onvermijdelijk is; je moet gewoon wat moeite doen.

Het toevoegen van extra proteïne lijkt in het geheel niet te helpen. Het toevoegen van meer eiwitten aan het dieet had geen invloed op de spierreacties op weerstandstraining – en dat is gebaseerd op onderzoeken die door de American Egg Board zelf werden gefinancierd. Zelfs de National Dairy Council kon het niet verdraaien. Het is duidelijk dat door krachttraining teweeggebrachte verbeteringen in lichaamssamenstelling, spierkracht en omvang, en fysiek functioneren niet worden verbeterd wanneer oudere mensen hun eiwitinname verhogen door ofwel de inname van eiwitrijkere voedingsmiddelen te verhogen, ofwel door eiwitsupplementen te nemen.

Is er iets dat we op het gebied van voeding kunnen doen om onze verouderende spieren te beschermen? Groenten. Het consumeren van meer dan de aanbevolen hoeveelheden groenten was geassocieerd met het verminderen van de kans op spierverlies bij de helft van de onderzochte personen met een lage spiermassa. Waarom? De alkaliserende effecten van groenten kunnen de milde metabole acidose neutraliseren die optreedt bij het ouder worden, en het kan dat beetje extra zuur in ons lichaam zijn dat de afbraak van spieren vergemakkelijkt.

Ik heb het hier eerder over gehad, hoe spiervermindering een adaptieve reactie lijkt te zijn op acidose. We lijken een chronische, laaggradige acidose te krijgen met het ouder worden omdat onze nieren achteruitgaan en omdat we mogelijk een zuurbevorderend dieet volgen – wat betekent dat we vis, varkensvlees, kip en kaas eten en veel te weinig fruit en groenten. Zoals je kunt zien, zijn bonen en peulvruchten de enige belangrijke bron van proteïne die – mits correct bereid – alkalisch is in plaats van zuur vormend. Een meer plantaardig dieet, een meer basisch dieet, bleek positief geassocieerd te zijn met het behoud en het verbeteren van de spiermassa bij vrouwen van 18 tot 79 jaar oud.

Dus als we onze eiwitconsumptie na de leeftijd van 65 gaan verhogen, zou het beter zijn om plantaardige eiwitten te gebruiken om ons tegen kwetsbaarheid te beschermen. Hoe oud we ook zijn, een dieet dat de nadruk legt op plantaardige voeding, zal de gezondheidsvoordelen voor alle leeftijdsgroepen maximaliseren. Maar zelfs met plantaardige eiwitten moeten we niet overdrijven. Soms functioneert ons lichaam beter met minder, en springt er efficiënter mee om. Soms gaat die efficiëntie verloren wanneer men overdaad aan geconcentreerde voeding gebruikt. De verminderde enzymproductie – die op hogere leeftijd moet verwacht worden – is niet in staat om een groter aandeel aan eiwitten goed te bewerken, waardoor nu – meer dan op jonge leeftijd – eiwit verloren gaat en omgezet wordt in toxische restproducten.
Herlees zeker ook :

Dit digitaal boek kost 9 euro / of betaal 20 euro voor de combo van : Vitamines – Mineralen – Eiwitten – Natuurlijke Remedies.

Advies van Franz Konz

“Zowel in het verleden als vandaag was het geloof in de hulp door een vreemde (dokter, therapeut, hulpverlener) makkelijker en aangenamer voor de mensen, om geholpen of beter te worden, dan zich zelf in te spannen en de reden van de klachten te kennen en zichzelf te helpen door de oorzaak ongedaan te maken.

“Het is niet voldoende om op den duur te genezen (door de ziekte de kop in te drukken) als het om zware ziekte gaat. Ik kan alleen verstandig presteren en op een bepaald gebied succesvol zijn als ik het concept volledig beheers. Als ik echter niet eens de echte oorzaken ken die tot de ziekte geleid hebben, dan heb ik niets aan die kennis over het ziekteverloop! Ik zeg het volgende: Het is eender of de kennis over de processen in het menselijke lichaam verkeerd of goed zijn, – het leidt tot geen enkel voordeel bij de medische behandeling door de arts. Integendeel: Hoe meer de artsen weten, hoe exacter ze de gecompliceerde voortgang van de ziekte kennen, hoe meer bronnen van fouten in de conclusies sluipen en hoe verkeerder ze behandelen.” Frans Konz

“Ondanks de verkeerde opvattingen over de werking van het hart, de hersenen, de lever en milt, waren de behandelingsresultaten van de Griekse artsen beter dan die van de hedendaagse medici. Want hun vloeistoffen-theorie was eenvoudig, en de toenmalige Grieken stonden korter bij de natuur dan tegenwoordig. De methode van de hippocratische artsen weerspiegelde de basisinstelling van het leven, door namelijk het gehele lichaam en niet de aparte delen te behandelen. In het bijzonder waren ze van mening dat ze de natuur in het genezingsproces moesten ondersteunen, en geen geweld aandoen. Bij zieke mensen was het vloeistofmengsel in het lichaam niet meer harmonisch – zo namen ze aan – en nu probeerde de natuur de genezing tot stand te brengen, wat ze met een voedingswijze ondersteunden.”

“Dat was werkelijk verstandig.” Het was destijds de artsen nog gegeven dat ze zo waren. Weliswaar zat Hippocrates er naast met zijn lichaamssappenleer, maar niet met zijn bewering: “De arts is alleen maar de helper, de patient zelf is echter de arts.” Bovendien vaardigde hij het strikte gebod uit om ongeneeslijke zieken niet te behandelen – wat ik net zo goed als een onvoorwaardelijke must zie.”

“Hoe kun je nu zoiets zeggen! Je kunt die hulpeloze zieken toch niet zo maar aan hun lot overlaten! Men zou bijna denken dat men in een boek uit de duistere middeleeuwen aan het lezen is” zeg je,”in plaats van in een modern verhelderend werk”… Franz Konz in zijn “Grote GezondheidsKonz

Wat is dat met het Ontbijt?

Voor velen is het ontbijt een liefde-haat-verhouding. Hun lichaam zegt neen, maar alles wat ze hebben geleerd zegt “het moet”. Dat kan moeilijk anders, als je ziet welke aandacht er wordt besteed aan de promotie van het ontbijt. Je krijgt al direct een schuldgevoel of op zijn minst een “ik-ben-niet-goed-bezig”-gevoel, als je de deur uitstapt of aan je activiteiten begint zonder een stevig ontbijt. Ik was altijd verrast, toen ik het leven in Groot-Brittanië observeerde en zag met welke dramatische schotels ze ’s morgens kwamen aanrukken… Ik had medelijden met de maag die dat moest verteren.

Alles betreffende echte en valse honger hebben, heeft betrekking op je eerste maaltijd. Alle adviezen die hierna volgen zijn gericht op de periode, volgend op de intense en blijvende echte hongersignalen. De dag beginnen met een ontbijt geeft je meerdere mogelijkheden. Uit de vele opties  hebben wij er drie gekozen.

Ontbijtplan 1

De eerste keuze is het geen-ontbijtplan. Je eet dan slechts tweemaal per dag. Meestal is het niet eens zo moeilijk om je ontbijt over te slaan. De meeste mensen hebben immers niet eens honger ’s na het opstaan in de ochtend. Ga je ondanks het feit dat je geen honger hebt tòch eten, dan is je hele spijsvertering en hongermechanisme voor de rest van de dag ontregeld. Veel kinderen hebben ’s morgens geen trek, maar worden flink gemotiveerd – gedwongen – om toch te eten. Terwijl hun spijsvertering niet eens goed op gang is gekomen door de stress van de ochtenddrukte, vullen zij hun maag, wat eer resulteert in gisting en rotting. Dus, als het je past, het is beslist geen doodzonde om je ontbijt over te slaan. Wil je toch op enig moment ontbijten, dan verzet je je ontbijt naar een later tijdstip. Zo neem je bijvoorbeeld een van de hierna volgende suggestie, zij het later op de dag.

Albert Mosséri, grondlegger van het Hygiénisme in Frankrijk zegt hierover in overeenstemming met de natuurwetten, bij het ontwaken:

  • Niets eten, niets drinken, de tanden niet poetsen met tandpasta.  
  • Een vuile kleverige tong is een teken van een voortgezette eliminatie.  
  • Wachten tot de mond uit zichzelf proper wordt. Minstens één uur na het ontwaken wachten, voor je iets gaat eten.

Ontbijtplan 2

De tweede keuze is een licht ontbijt: de keuze van sappige vruchten of vruchtensappen. Bijvoorbeeld sinaasappelsap of meloensap, of één of andere vrucht gewoon uit de hand om de honger te kalmeren. Maak je keuze uit het halfzure fruit, zoals aardbeien, druiven et cetera. Gedroogd fruit als ontbijt vinden we niet de beste keuze. Verse vruchten zijn de beste keuze als eerste voedsel van de dag. Men kan ze het best in zijn geheel en ongekookt eten, en naar keuze als een sap, of zo uit de hand. Probeer niet je vol te proppen. Dat is moeilijk bij fruit, maar zeker niet gewenst! Eet gewoon tot je het lichte gevoel van bevrediging bereikt. Drie of vijf sinaasappels, of een pompelmoes en twee sinaasappels, of enkele spieën uit een watermeloen, of een gemiddelde gallia- of honingmeloen of 400 gram druiven zouden een mooie hoeveelheid voor een puur-vruchtenontbijt moeten zijn.

Ontbijtplan 3

De derde keuze voor het ontbijt is bedoeld voor mensen die vinden dat hun ontbijt een beetje meer moet bevatten. Meestal wordt het gekozen door mensen die de hele dag van huis weg zijn en die voor de rest van de dag niet in staat zijn goed voedsel te krijgen. Dit derde plan kan ook verkozen worden door diegenen die zich beter voelen wanneer ze ’s morgens een beetje eiwit eten, in het bijzonder mensen die een probleem hebben met een laag bloedsuikergehalte (hypoglycemie). Alhoewel zeer veel mensen die als dergelijke ‘patiënten’ werden omschreven, succesvol zijn geslaagd in de toepassing van ontbijtplan 1, het tweemaaltijden plan.

Deze derde keuze ‘het steviger ontbijt’, kan bestaan uit wat citrus of ander zuur fruit zoals ananas, aardbeien et cetera, gevolgd door rauwe, ongezouten nootjes of pitten. Idealiter eet je het fruit afzonderlijk, ongeveer dertig minuten later eet je de nootjes of pitten. Op deze manier krijgen de suikers van het fruit de kans de maag te verlaten, voordat de noten verteerd moeten worden. Dit is een veiligheidsmaatregel voor mensen met een zwakke spijsvertering. Bij het eten van dergelijke combinaties, kan men beter minder fruit eten. De toevoeging van salade of selderstelen kan een prima aanvulling betekenen voor den dergelijke maaltijd. Dit type van steviger ontbijt kan het best wat later op de dag gebruikt worden, bijvoorbeeld zo rond het middaguur. Dan heb je immers er al heel wat activiteiten opzitten voordat je deze maaltijd neemt.