Het Tomato Effect

In de serie DrsPûrNatûr is een editie “Eiwitten en Gezondheid”. Hierin wordt de vraag gesteld waarom feiten die al een eeuw bekend zijn en doorheen de jaren door de wetenschappers keer op keer bevestigd zijn, niet opgenomen worden in de medische praktijk en de dieetleer. In feite zijn de resultaten schrijnend, zeker in het licht van de huidige economie, de ecologische uitdagingen, de honger in de wereld, de opwarming van de aarde… De oplossingen bestaan al, maar stoten op een muur van weerstand en ontkenning.

Vooral in het licht van een recente enquête die aantoonde dat de meeste mensen bereid zijn hun levenswijze aan te passen in het licht van de klimaatverandering. Alleen minder of geen vlees eten, scoorde niet goed. Het kan ons alleen verbazen dat vlees nog steeds als noodzakelijk wordt beschouwd. Niets in ons hele bestaan noch bouw wijst in de richting dat het een elementaire behoefte zou zijn. Als we daarentegen de risico’s van dierlijke voeding en in het bijzonder vlees op een rijtje zetten, zoals Jan Dries ze beschrijft in zijn laatste blog: “gaat snel over in rotting in de darm, bemoeilijkt de stoelgang, belast het verteringsstelsel, zorgt voor een teveel aan cholesterol dat de aders doet dichtslibben, belast hart, lever en nieren. Men gaat ervan uit dat het eten van vlees het risico op darmkanker aanzienlijk verhoogt. De overtuiging dat vlees gezond is, werd door wetenschappers ontkracht. “Dr. Michael Greger zoekt het in wat hij noemt “het Tomaten-effect”. Dit is een naam die in 1992 voor het eerst werd gebruikt toen in Amerika 10 dokters hun klassieke praktijk verlieten en zich specialiseerden in “Environmental Medicine” (Milieu-Geneeskunde) en diagnoses stelden van “chemische ziekten”, ziekten veroorzaakt door het vrijkomen van chemicaliën in het milieu, door de industrie. Het resultaat was dat deze 10 dokters hun licentie verloren. Dr. Zane Kine was één van hen. Hij voerde een spectaculair juridisch gevecht tot in het Appelklate Court en stelde daardoor een precedent. Echter eindigde Zane’s leven in een tragisch en onopgelost ongeval in de bergen. Het onderzoek over de oorzaak van de dood heeft nooit de ware verantwoordelijken kunnen aanduiden, maar eindigde in onthullingen over gesjoemel in de gezondheidszorg.

In zijn artikel “Het oplossen van de epidermische hartziekte door middel van plantaardige voeding”, merkt Dr. Caldwell Esselstyn op hoe gelukkig we zijn “de kennis te bezitten over het voorkomen, stoppen en selectief omkeren van deze ziekte. Maar, ‘klaagt hij verder,’ we hebben niet het geluk dat onze instellingen deze informatie met het publiek delen.

Nadat hij deze aandoening (epidermische hartziekte) gebruikt als voorbeeld, geeft hij de schuld van de traagheid om waardevolle en noodzakelijke informatie te implementeren in onderwijs, advies, behandelingsprotocollen… aan de banden met de industrie en de politiek, resulterend in belangenconflicten ‘binnen onze particuliere en overheidsinstellingen, waardoor de nauwkeurigheid van hun publieke boodschap in het gedrang komt. Dit is een totale schending van de morele noodzaak van de medische professie. Dit is het moment voor ons om de moed te hebben voor legendarisch werk. ” Hij concludeert: “Wetenschap … moet voedingsaanbevelingen dicteren.”

Immers: “Het feit dat een vetarm, vezelrijk veganistisch dieet het risico op de meeste soorten kanker, ischemische hartaandoeningen en de complicaties daarvan, obesitas, diabetes, hypertensie, osteoporose, multiple sclerose, galstenen, nierstenen zal verminderen, blindedarmontsteking, diverticulitis, hiatale hernia, spataderen, aambeien en mogelijk de belangrijkste metabole complicaties van zwangerschap – aandoeningen die samen verantwoordelijk zijn voor de meerderheid van de sterfgevallen en ziekenhuisopnames in de westerse samenleving – zouden voldoende moeten zijn om het aan te bevelen. Degenen die alleen bereid zijn om minder opvallende veranderingen in hun levensstijl aan te brengen, kunnen worden aangemoedigd om hun consumptie van dierlijke producten zoveel mogelijk te verminderen. ”

Tijdens het schrijven van zijn artikel over het vergelijkende endocrinologische effect van plantaardige versus dierlijke eiwitten, werd de onderzoeker zelf overweldigd door de balans van bewijs en onthulde hij: “Tijdens het onderzoeken en schrijven van dit artikel, hebben mijn bevindingen mij ertoe aangezet veganist te worden.”

Waarom omarmen niet meer binnen de wetenschappelijke en medische gemeenschap op dezelfde manier een plantaardig dieet? Een deel van de reden kan het ’tomateneffect’ zijn.

Het tomateneffect, een naam die 30 jaar geleden in het Journal of the American Medical Association werd bedacht, beschrijft de afwijzing van zeer effectieve therapieën door de medische wereld omdat ze toevallig in strijd zijn met de gangbare conventionele wijsheid.

Maar dat betekent niet dat we zelf achterop moeten hinken. Wat de eiwitten in de voeding betreft, hebben we het allemaal op een rijtje gezet en kan je het nalezen in Eiwitten en Gezondheid :

Immers: “Het feit dat een vetarm, vezelrijk veganistisch dieet waarschijnlijk het risico op de meeste vormen van kanker, ischemische hartziekte en de complicaties ervan, obesitas, diabetes, hypertensie, osteoporose, multiple sclerose, galstenen, nierstenen appendicitis, diverticulitis, hiatale hernia, spataderen, aambeien en mogelijk de belangrijkste metabole complicaties van zwangerschap – aandoeningen die samen verantwoordelijk zijn voor de meerderheid van de sterfgevallen en ziekenhuisopnames in de westerse samenleving – zouden voldoende moeten zijn om het aan te bevelen. Degenen die alleen bereid zijn om minder opvallende veranderingen in hun levensstijl aan te brengen, kunnen worden aangemoedigd om hun consumptie van dierlijke producten zoveel mogelijk te verminderen.

Geïmporteerd uit de Nieuwe Wereld: “Tegen [het jaar] 1560 werd de tomaat een hoofdbestanddeel van het continentale Europese dieet … [Terwijl hij tegelijkertijd actief werd gemeden in Noord-Amerika [letterlijk eeuwen]… De reden… is eenvoudig: ze waren giftig. Iedereen wist dat ze giftig waren, in ieder geval iedereen in Noord-Amerika. Het was duidelijk.”

Blijkbaar duurde het tot 1820 toen een of andere man een tomaat at op de trappen van een gerechtsgebouw – en het overleefde, veranderden de dingen eindelijk. En vandaag, in de Verenigde Staten, zijn tomaten een gewas van miljarden dollars. Voorbeelden van dit “tomateneffect” – een slaafse toewijding aan orthodoxie – worden genoemd in de geneeskunde. Bijvoorbeeld het negeren van het succesvolle gebruik van deze vrucht bij de behandeling van jicht gedurende duizend jaar voordat de moderne geneeskunde “ontdekte” dat het het medicijn colchicine was. Salicylzuur werd ook genegeerd gedurende bijna 3000 jaar succesvol gebruik onder de vorm van extract van wilgenschors. Maar ik zou de analogie van het tomateneffect willen uitbreiden naar het gebied van voeding. Duizenden stierven bijvoorbeeld aan scheurbuik – vitamine C-tekort – gedurende honderd jaar nadat werd ontdekt dat citroensap het geneest, omdat ziekte destijds werd beschouwd als een onbalans van de lichaamsvochten; welke rol zou het eten van fruit kunnen spelen?

Een eeuw later, in het midden van de 19e eeuw, kwam de mensheid op het briljante idee om rijst van bruin naar wit te polijsten, wat een epidemie van plotselinge dood door een hartaanval veroorzaakte in Azië. Miljoenen stierven aan beriberi, een vitamine B-tekort dat de hartspier aantast. Opnieuw werd de remedie ontdekt – rijstzemelen of thee van rijstzemelen – maar er waren tientallen jaren van overlijden voordat de medische gemeenschap eindelijk wakker werd en het daadwerkelijk adopteerde.

Vandaag is er nog een epidemie van plotselinge dood door een hartaanval. Het wordt ook veroorzaakt door een dieet en het heeft ook een remedie. Hoe lang moeten we wachten tot het door de medische commercie betoverde publiek de magie van de plantaardige voeding zal aannemen?

McCarty beëindigt zijn artikel met een vaststelling: “Ik vermoed dat het simpele gebod, ‘Eet geen dierlijke producten’ het potentieel heeft om meer te doen voor de wereldgezondheid dan alle diepzinnige wijsheid in alle medische bibliotheken van de wereld.”

Minder vet, een andere hype?

Voor je gaat denken dat een vetarme voeding een nieuwe trend is, of een voorbijgaand advies zoals alle andere, of een buitenissige praktijk, zou ik met jou even enkele mensen citeren die gebruik maken van een vet arm dieet:

Verschillende dieetprogramma’s gebruiken een variant van het vetvrije dieet.

Dr. Esselstyn’s dieet voor het voorkomen en omkeren van hartziekten omvat geen olie of andere vetten, noten en zaden, avocado, olie of kokosproducten. Hij laat gemalen lijnzaad en wat walnoten toe voor patiënten zonder hartaandoeningen, maar mensen met een vergevorderde hartziekte worden geadviseerd om zonder alle vrije vetten en vetrijke producten te gaan.

Dr. McDougall staat enkele vrije vetten in zijn dieet toe, maar een variant van zijn programma is het McDougall Dieet voor optimaal gewichtsverlies. In deze versie zijn geen vrije vetten en vetrijke producten toegestaan. Anders onderschrijft hij deze aanpak.

– Dr. Doug Graham, die naar mijn weten de term “Overt vet” heeft bedacht, beveelt niet specifiek aan om het hele jaar door vet te vermijden, maar heeft wel gesproken over de voordelen van het volgen van een dergelijk programma van tijd tot tijd.

Populaties die dicht bij dit ideaal leven

De Okinawanen staan bovenaan de lijst van gecertificeerde langlevenden, zoals door het boek The Blue Zones werd gerapporteerd door Dan Buettner, die voor National Geographic werkte. Het is interessant om op te merken dat hun dieet bestond uit voornamelijk zoete aardappelen (met blauw vruchtvlees) en minder dan 6% vet bevatte, waardoor het in wezen een vetarm dieet is.

Als een bijkomend stukje bewijs dat een vetarm dieet perfect gezond is, zijn hier enkele meer traditionele culturen die hebben geleefd dicht bij een vetarm dieet.

– Het dieet van de Bantus in Afrika was naar verluidt slechts 10% vet. Hun incidentie van hartziekten was bijna nul.

– Veel inwoners van Nieuw-Guinea, ook zonder coronaire hartziekten en hypertensie, aten traditioneel voedsel met niet meer dan 10% vet.

– Het Hawaïaanse dieet, voordat ontdekkingsreiziger James Cook deze eilanden in 1776 in contact bracht met de rest van de wereld, was samengesteld uit minder dan 15% vet. Een onderzoek heeft een groep van zwaarlijvige Hawaïanen teruggeplaatst op hun traditionele dieet en de deelnemers kregen opmerkelijke gezondheidsvoordelen.

  • Een Amazone bevolking in Bolivia, met de “gezondste slagaders” ooit gevonden, at een dieet samengesteld uit 14% vet.

Walter Kempner

Een therapeutisch voorbeeld van een dieet met een laag vetgehalte is het rijstdieet, ontworpen door de Duitse vluchteling Walter Kempner in de jaren 1940, als een radicale behandeling voor kwaadaardige hypertensie, vóór de komst van medicijnen.

Niet alleen heeft het Rijstdieet de meeste gevallen van ernstige hypertensie genezen, maar het werkte ook om hoofdpijnen, vermoeidheid en hartkwalen te verlichten. Het genas ook verschillende gevallen van diabetes type 2.

De typische samenstelling van het rijstdieet bevatte 565 gram koolhydraten, van fruit, witte rijst en witte suiker. Het bevatte slechts 25 gram eiwit en 5 gram vet. Dus het rijstdieet bevatte minder dan 2% calorieën uit vet!

De aanwezigheid van industriesuiker kan ons in de war brengen, maar het werd toegevoegd om de calorieën te verhogen zonder groenten of andere voedingsmiddelen toe te voegen die natrium zouden kunnen bevatten. Omdat Kempner dacht dat meer natrium de kans bood om meer water vast te houden, begreep hij de waarde van groenten niet. Nochtans had hij kunnen weten dat groenten nog meer kalium bevatten, wat juist water afdrijft / op voorwaarde natuurlijk dat er geen te grote hoeveelheden zout toegevoegd worden en dat het voedsel correct bereid wordt.

Gemiddeld verbruikten patiënten 400 calorieën per dag uit witte suiker (100 gram). Ze hebben een paar vitaminesupplementen toegevoegd. Het natriumgehalte was slechts 150 mg / dag.

Als therapie, geen dieetkeuze, was dit dieet ongelooflijk succesvol! Gezien de effectiviteit, laat dit gedocumenteerde deel van de medische geschiedenis zien dat onze obsessie voor voedingstekorten (eiwitten, natrium, calcium en vet) misleidend is en aan de feiten voorbij gaat. Hoewel wij geen voorstander zijn van het Rijstdieet, kunnen daarmee zieken aanzienlijk beter worden. Het toont wel aan dat koolhydratenbeperking (low carb) een hype was die niet kan worden volgehouden, en dat vetrijke voeding een andere gevaarlijke hype is, en dat eiwitrijke (verslankings)diëten een hype zijn, terwijl een normale natuurlijke voeding vetarm is en zou moeten zijn, nu en tot in eeuwigheid.

De meeste mensen kunnen baat hebben bij het eten van een beetje noten, zaden en avocado’s in hun voedingspatroon. Maar het is de moeite waard te vermelden dat een voedingswijze met vetbeperking – zeker strikte matiging van vrije vetten – bijzonder nuttig is in gevallen waar niets anders heeft geholpen of waar men teleurgesteld werd in de resultaten.

Verschillende experts wijzen erop dat het ongeveer 90 dagen kost om zich “aan te passen” aan een vetarm dieet. Dat betekent dat je tijdens die overgangsmaanden na een maaltijd niet zo tevreden kunt zijn als gewoonlijk en misschien hunkert naar vet of het gevoel hebt dat er ‘iets ontbreekt’.

Sommige deskundigen hebben gewaarschuwd voor de mogelijkheid van een omega 3-tekort. Het eten van volwaardig voedsel levert ongeveer 5% aan vetzuren en als daar ook voldoende groene groenten in voorkomen, zal dit ook tegemoet komen in de omega 3 vetzuren. Als iemand langer dan drie maanden een vetvrij-dieet volgt, is het misschien verstandig om hierna een bloedtest uit te voeren om te zien hoe je profiel er uitziet en dienovereenkomstig aan te vullen. Je kunt dan beslissen om gemalen lijnzaad, chia, pompoenpitten, hennepzaad of walnoten of veganistische omega 3-supplementen toe te voegen, indien de testen een tekort zouden aantonen.